Dit is een van de allermakkelijkste en -snelste manieren om een merk- of bedrijfsnaam te bedenken. De vorm is al meer dan een eeuw oud, met Rolex en Brillo als oervoorbeelden. Maar nog steeds wordt hij veel toegepast. Ook abstracte organisatienamen als Ziggo, Emergis en Syndion zullen op deze manier zijn bedacht. In het kort: je combineert een woordfragment of een losse klank met een klassiek of betekenisloos achtervoegsel.
Procedé voor wereldmerken
De populariteit van deze vorm heeft twee hoofdredenen. Merknamen moeten kort zijn en ze mogen niet puur beschrijvend zijn. In 1913 verwierf de Amerikaan Milton Loeb het patent voor een revolutionair nieuw product: schuursponsjes met zeep. Het beschrijvende ‘soap pads’ was ongeschikt als merk. Hij speelde met woorden die het product te maken hadden, waaronder een woord voor het blinkende resultaat: ‘brilliance’. Dit kortte hij in, maar ‘Brillia’ of ‘Brilli’ vond hij begrijpelijk niet overtuigend. Een einde op -o had hij bij andere merken gezien en zo kwam hij op Brillo. Rolex werd in 1908 op een vergelijkbare manier bedacht door de Duitser Hans Wilsdorf. Het begin ‘rol’ zou hij hebben ontleend aan het geluid van het opwinden van een horloge. Ex is net als -o een bekend merkachtervoegsel. Een recent voorbeeld is het toetjesmerk Danio. Het begin komt van moedermerk Danone. De bedenkers hebben ongetwijfeld verschillende achtervoegsels uitgeprobeerd en gecheckt: Dano, Dani, Danioz, Danos, Danic, … Danio!
beeldcitaten: Brillo, Unsplash, Danone